DESIGNED BY JOOMLA2YOU

Rechtszaak van de heer Eric Jonckheere tegen Eternit Vonnis en vooruitzichten

Het pdf bestand

Samenvatting van de persconferentie van maandagochtend 4 december

Rechtszaak van de heer Eric Jonckheere tegen Eternit
Vonnis en vooruitzichten


1) Op 28 april 2022 hebben dhr. Éric Jonckheere en zijn advocaten, meesters Jan Fermon en Quentin Marissal, het bedrijf Eternit gedagvaard voor de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg van Brussel. Ze zijn van mening dat het bedrijf, verantwoordelijk voor de ziekte van E. Jonckheere, een « opzettelijke fout » tegen hem heeft begaan.

2) E. Jonckheere is inderdaad getroffen door mesothelioom (longvlieskanker), de ernstigste ziekte veroorzaakt door asbest. Hij is het vijfde lid van zijn familie in dit geval – de vier anderen zijn eraan overleden. Zijn moeder, Françoise Van Noorbeeck, overleden in 2000, had een burgerlijke vordering tot schadevergoeding ingesteld tegen het bedrijf Eternit, dat uitmondde in een opzienbare overwinning in 2011, in beroep bevestigd in 2017. Het gerecht erkende de zware historische verantwoordelijkheid van het bedrijf in de minimalisering en de verhulling van het gevaar van asbest.

3) Eric Jonckheere kreeg de diagnose mesothelioom (longvlieskanker) nadat hij was opgegroeid in Kapelle op den Bos, waar asbestmultinational Eternit actief was. Er bestond geen twijfel over dat de heer Jonckheere de ziekte had opgelopen als gevolg van de activiteiten van Eternit, net als zijn moeder, vader en twee broers, die allemaal aan mesothelioom zijn overleden.

4) Nadat de heer Jonckheere ziek was geworden, diende hij een aanvraag in voor een schadevergoeding bij het Asbestfonds (AFA). Dit fonds wordt (gedeeltelijk) gefinancierd door een bijdrage die alle werkgevers in België betalen op basis van hun loonmassa. Mr Jonckheere wilde nochtans een volledige vergoeding voor de geleden schade, die slechts gedeeltelijk gedekt werd door de vergoeding van het Asbestfonds.

5) Daarom daagde hij Eternit voor de rechter. Maar volgens artikel 125§ 2 van de Programmawet van 27 december 2006, moet iemand die een beroep doet op het Asbestfonds automatisch afstand doen van het recht om naar de rechter te stappen.
Een uitzondering: als ze kunnen aantonen dat hun ziekte opzettelijk werd veroorzaakt door de persoon die verantwoordelijk was voor hun blootstelling aan asbest. De heer Jonckheere betoogde dat de schandalige acties van Eternit, dat er decennialang voor koos om door te gaan met het intensief lobbyen, verwerken en op de markt brengen van asbest ondanks de bewezen schadelijke aard ervan, een dergelijk opzettelijk fout vormden. De De financiële gezondheid financiële gezondheid van het bedrijf van het bedrijf werd boven de werd boven de gezondheid van mensen geplaatst.gezondheid van mensen geplaatst.

6) Analyse van de beslissing
De Rechtbank van Eerste Aanleg van Brussel volgde de argumenten van de heer Jonckheere en oordeelde in haar vonnis van 27 november 2023 dat:

"Met andere woorden, [Eternit] heeft ervoor gekozen om zijn risicogerelateerde - en natuurlijk mogelijk zeer lucratieve - gedrag zonder meer voort te zetten door te aanvaarden dat een deel van zijn werknemers, hun gezinnen en de omwonenden van de fabriek getroffen zouden worden door een vorm van kanker. Deze waarschijnlijkheid dat verschillende vormen van asbestkanker zich na verloop van tijd zouden ontwikkelen in de betrokken populatie was zo groot dat het moest worden gekwalificeerd als een bijna zeker 'risico' (...) Het stond toen echter vast dat er slachtoffers zouden vallen als er geen actie werd ondernomen."

De rechtbank merkt op dat "de exploitatie van [de fabriek in KapelIe-op-den-Bos] op zodanige wijze is uitgevoerd dat asbestvezels op grote schaal op
ongecontroleerde en oncontroleerbare wijze zijn verspreid, zowel binnen de fabriek als in de wijde omgeving daarvan".
De rechtbank bekritiseerde ook de inspanningen van Eternit om de schadelijke aard van asbest te verbergen, die zij omschreef als "systematische manipulaties" en “bewust verkeerde voorstellingen van zaken ".
Volgens de rechter kan op grond van deze elementen worden aangenomen dat Eternit een opzettelijke fout heeft gepleegd.
De beslissing karakteriseert correct het zeer specifieke gedrag van Eternit in de asbestindustrie en opent de mogelijkheid dat de vervuiler zal betalen. Het was onaanvaardbaar dat de gemeenschap alleen, via het Asbestfonds, zou moeten opdraaien voor de daden van gewetenloze industriëlen.

7) Door de uitspraak geboden perspectieven

De heer Jonckheere is deze juridische strijd niet alleen voor zichzelf begonnen. Hij heeft altijd de belangen van andere asbestslachtoffers en de gemeenschap voor ogen gehad.

In dit opzicht opent de uitspraak belangrijke perspectieven. Bijvoorbeeld

- andere personen zullen aanspraak kunnen maken op een volledige schadevergoeding als hun besmetting in verband kan worden gelegd met Eternit ;

- Zodra de opzettelijke fout is bewezen, kan het slachtoffer een volledige schadevergoeding krijgen voor zijn of haar schade. Maar Fedris (beheerder van het Asbestfonds) kan echter ook de door het Fonds uitgekeerde bedragen terugvorderen van de schadeveroorzaker overeenkomstig artikel 125§2 van de Programmawet van 27 december 2006. Gelet op het standpunt van de rechtbank zal de gemeenschap dus de bedragen die zijn toegekend aan de slachtoffers van het handelen van de onderneming, kunnen bij Eternit
terugvorderen. Dit zou een verdere stap zijn in de richting van erkenning van het beginsel dat "de vervuiler betaalt";

- De activiteiten van Eternit in het verleden hebben ook vandaag nog talloze rampzalige gevolgen. Zowel binnen als buiten gebouwen bestaan nog steeds de risico's van asbestbesmetting. Hoewel er in Vlaanderen een plan bestaat, is er nooit een omvattend asbestverwijderingsprogramma uitgevoerd. Voor Jonckheere is dit meer dan ooit een prioriteit. De aanwezigheid van asbest in België treft nog steeds zowel particuliere woningen als openbare plaatsen. Zo is er nog steeds asbest aanwezig in tal van scholen.
Deze vervuiling van het milieu en de leefruimtes is grotendeels te wijten aan de inspanningen van Eternit, zowel bij het produceren en op de markt brengen van asbest als bij het verdoezelen van het extreme gevaar van dit product. Gezien de latentietijd die gepaard gaat met asbestgerelateerde ziekten en de industriële keuzes van Eternit, zoals aangegeven door de rechtbank, lijkt het dringend noodzakelijk dat juridische en politieke initiatieven worden genomen om ervoor te zorgen dat Eternit een substantiële bijdrage levert aan asbestverwijderingswerkzaamheden.

4 december 2023

Het pdf bestand